Een blog over de kunst van het vereenvoudigen
‘Wat loop-ie nou moeilijk te doen, joh!?’
Ik ben een Rotterdammer. Ik werk bij een hogeschool in Rotterdam. Naar verluidt, houden we in Rotterdam niet zo van gelul. Een cliché, maar nog wel vaak waar. We verstaan hier de kunst om op een charmante manier te zeggen waar het op staat. De titel van dit manifest is daar een mooi voorbeeld van.
Natuurlijk: platslaan van alles dat neigt naar filosofisch of genuanceerd denken, brengt ons niet altijd waar we wezen willen, maar na al die jaren in het onderwijs heb ik ontdekt dat het bestrijden van onnodige complexiteit een cruciale succesfactor is voor motiverend, effectief en efficiënt onderwijs. Om te ‘geven’ en om te ‘krijgen’.
Onderwijs eenvoudig maken is – paradoxaal genoeg – niet eenvoudig. Het vergt een professionele cultuur waarin complexiteit van nature wordt bestreden en waar permanent wordt gezocht naar doordachte eenvoud.
In dit blog / manifest breek ik daarvoor een lans. Dat gaat af en toe ten koste van de nuance. “Ja, maar dat is wel heel kort door de bocht…”, zul je vaak denken. En dat is goed – ik wil je aan het denken zetten.
Hopelijk heb je er wat aan. En anders doe je toch gewoon lekker je eigen ingewikkelde ding, …joh! 😉
>> lees hieronder verder over het idee achter doordachte eenvoud en het ontstaan van complexiteit, of ga direct naar het blog..
Doordachte eenvoud – waar gaat het om?
Dingen complex maken – complexe dingen maken; het ziet er interessant uit, maar het is niet zo moeilijk. Het recept: zoek zoveel mogelijk ingrediënten bij elkaar. Selecteer, schrap en prioriteer niets. Iedereen mag wat toevoegen, hoe meer hoe beter. Laat je vooral niet sturen door een hoofdgedachte of idee. Alles bij elkaar in de pan, even goed roeren en je hebt… oneetbare brij.
Dingen doordacht eenvoudig maken oogt minder spectaculair. Eindeloos selecteren, bijschaven, herontwerpen, heroverwegen… Steeds maar zoeken naar de essentie, steeds maar weer die lastige vragen stellen. Is het echt nodig? Zou dat echt werken? Gaan we nog naar het doel? En dan is het resultaat nog wat gewoontjes ook. Na al dat gepuzzel past het op een paar A4’tjes. En in een simpel schemaatje. Is dat nou alles?
Wat is het gevaar van complexiteit?
Onderwijs is een complex systeem. Er zijn veel deelprocessen nodig om het goed te laten verlopen. Alles grijpt op elkaar in; als je ergens iets verandert, heeft dat effect op andere plaatsen in het systeem. Tot op zekere hoogte is die complexiteit ook wenselijk: het toelaten van toeval, ongrijpbare onderlinge verbanden en redundantie maken een systeem robuuster.
Niet alles is efficiënt organiseerbaar en rationaliseerbaar, gelukkig.
Maar risico’s zijn er ook: in complexiteit kun je makkelijk verdrinken. Werken en studeren in een uit de hand gelopen systeem is uitputtend, inefficiënt, demotiverend en soms ronduit gevaarlijk voor gezondheid en kwaliteit. Mensen die het water over de schoenen loopt, zijn niet creatief, sluiten zich af voor alles en iedereen, gaan in de overlevingsmodus, zijn prikkelbaar, worden ziek en vallen uit. Dat geldt voor studenten, voor docenten en voor leidinggevenden. Paniekvoetbal leidt tot meer complexiteit: nog een reparatietraject, nog een toets, nog een projectgroep. Die weer afleiden van het hoofddoel van je opleiding. Gevolg: teleurstelling omdat de doelen niet worden bereikt, frustratie over het systeem en elkaar, afnemende kwaliteit in een vicieuze cirkel.
Complexiteit in het onderwijs is niet te vermijden. Wat we moeten bestrijden is onnodige of ondoordachte complexiteit die het zicht vertroebelt op wat we willen bereiken en ons en onze studenten het leven zuur maakt. Effectieve bestrijding van complexiteit leidt tot doordachte eenvoud. Dat is het idee.
Deze Mondriaan is de ‘zuivere’ vorm van doordachte eenvoud. De regels zijn meteen duidelijk. Misschien wel té duidelijk: als we iets toevoegen of veranderen, verstoren we snel het beeld. De kleur- en vormkeuze is erg beperkt. Al metafoor voor complex onderwijs dus minder geschikt.
De illustratie hierboven lijkt complex, maar er is wel degelijk samenhang. Er is een herkenbare, consequente toepassing van vormen en kleuren; er zijn keuzes gemaakt. We begrijpen de basisgedachte. Als we een blokje zouden moeten vervangen, kunnen we iets passends maken, zonder dat we er een uitgebreide set regels naast hoeven hebben. Vervolgens kan iedereen beoordelen of we een passend blokje hebben ontworpen of niet. Dat is het voordeel van doordachte eenvoud.
Aan dit ‘object’ zouden we ook moeiteloos iets kunnen toevoegen. Bedenk maar wat, het maakt niet uit; een centrale idee ontbreekt. “Iets uit de tuin of de groentela”, hooguit. Het is complex én ondoordacht – daarom ‘werkt’ het niet.
Wat is de belofte van ‘doordachte eenvoud’?
Ons brein heeft zich ontwikkeld om onaangename verrassingen te kunnen vermijden. Door onze omgeving zo goed mogelijk te leren begrijpen, kunnen we die steeds beter voorspellen. En zo op tijd besluiten wat we doen bij verandering: het laten gebeuren, in actie komen of ontwijken.
Daarnaast zijn we erop uit om onze energie zoveel mogelijk aan te wenden voor dingen die we belangrijk vinden.
Complexe dingen zijn moeilijker te ‘lezen’ dan eenvoudige. Het kost moeite om ze te doorgronden. Soms hebben we die moeite ervoor over, maar liever niet de hele dag.
Daarom zitten koppeling, rempedaal en gaspedaal in alle auto’s op dezelfde plek en werken ze hetzelfde. En gebruiken alle vliegvelden ter wereld ongeveer dezelfde pictogrammen en logistieke systemen.
We waarderen het als we bij een nieuw product niet eerst de gebruiksaanwijzing moeten bestuderen, maar het product ons door vorm, grootte, kleur en plaatsing van bedieningselementen al meteen duidelijk maakt wat we moeten doen. Apple-producten, hoe complex ook, zijn geliefd vanwege hun bedieningsgemak.
We noemen dat dan ‘intuïtief’. Je hebt geen handleiding nodig om je weg op het vliegveld te vinden, met je huurauto weg te rijden of je nieuwe smartphone te bedienen.
Dat klinkt simpel, maar het heeft veel tijd en moeite gekost om die systemen en producten zo te krijgen.
Precies zo werkt het met het onderwijs dat we aan onze studenten geven. Als ze eerst door een cursuswijzer van 23 pagina’s moeten worstelen, ze geconfronteerd worden met vijf pagina’s en 30 leerdoelen, ze het lokaal moeten vinden via een ondoorgrondelijk roostersysteem en vervolgens de onderwerpen in een raadselachtige volgorde en met een onduidelijk doel aan ze worden opgediend, dan is het niet zo raar dat de motivatie snel vervliegt.
Het is ook maar de vraag of we als docenten de weg nog kunnen vinden in deze complexiteit en of managers het kunnen sturen. Laat staan dat we het helder aan studenten kunnen overbrengen.
Het listige is: een complex systeem is op papier zó ontworpen:
Maak liefst met een zo klein mogelijk clubje collega’s wat matrixen met leerlijnen, leerdoelen, periodes en nog wat kruistabellen met competenties, leeruitkomsten en . Giet dit alles in een hip onderwijsmodel, om het onderbouwd te laten lijken. Gooi dit vervolgens over de muur naar je collega’s en voilà! De onsamenhangende chaos is nabij.
Goed doordachte, door het team begrepen en gedragen eenvoud in onderwijs daarentegen, helpt studenten impliciet te laten begrijpen wat belangrijk is, wat er wanneer gedaan moet worden en waartoe het dient. Zonder afhankelijk te zijn van gedetailleerde, moeilijk te doorgronden informatie.
Begrijpen hoe je opleiding in de basis werkt, geeft rust en ruimte in het hoofd van student en docent voor waar het in essentie om gaat: het leren van een complex (!) beroep in een complexe (!) wereld.
Voor ons als docenten helpt doordachte eenvoud om onze eigen prioriteiten te stellen: waar besteden we tijd en aandacht aan en wat kan wel wat minder? Wanneer moeten we écht iets veranderen en wanneer kunnen we het schade-vrij laten gaan? Wat is de essentie van wat we van studenten verwachten?
Zodat we wendbaar en creatief blijven als iets niet gaat zoals we het bedacht hadden.
Een beheersbaar systeem zorgt ook voor efficiënt gebruik van tijd en energie: een complex systeem is moeilijker te onderhouden dan een eenvoudig systeem. Er zijn minder onderdelen. Er gaat minder stuk. Je kan er makkelijker bij. Het is sneller duidelijk waar het aan ligt.
En hoewel een complex systeem vaak ontstaan is om bestand te zijn tegen onverwachte invloeden, kan een goed ontworpen, eenvoudig systeem dat ook zijn. In de natuur zijn de eenvoudigste levensvormen nog altijd ruim in de meerderheid.
Als een meteoriet de aarde vernietigt, verdwijnen de complexe beesten en blijven de eencelligen over.
Uit de wetenschapsfilosofie kennen we ‘Het scheermes van Ockham’. De hypothese met de minste onzekere aannames is ‘de elegantste theorie’. In de wetenschap is het ‘wegscheren’ van alle onnodige ingewikkeldheden om bij de eenvoudigste verklaring uit te komen, gemeengoed.
Laten we daar in het onderwijs wat van leren.